maandag 17 maart 2008

Verward

Het is moeilijk om geconcentreerd te blijven, om strak vooruit te staren naar wat komen zal, zonder af en toe om te kijken en een traantje weg te pinken bij de puinhoop achter je.

Er heerst onrust in het kasteel, de muren heb je zelf opgetrokken. Om te verbergen. Om ergens te vergeten, terwijl je zeker bent dat niets kan worden vergeten. Tragisch.

Niet dat het erom te doen is, met de bewuste intentie, zeker niet. Het is alleen zo verdomd moeilijk iets anders te doen.

Dat er vragen zijn, dat begrijpen we wel. Verzuchtingen, misschien zelfs verlangens. Maar in alle eerlijkheid: de sloophamer heeft ieder fundament, ieder begin van actie neergeslagen. "Je wil wel maar je kan niet, of toch niet helemaal. Net of je staat te zingen voor een lege zaal" (Clouseau).

Doe een verdomde poging, doe iets. Hoe meer je beweegt, hoe sterker de kracht van drijfzand. Dan zink je beter zonder meer.

Er is niemand die heeft gezegd dat het beter wordt, niemand heeft je wat beloofd. Je staat dan met een mond vol tanden als je dagdroom werkelijkheid wordt. Je volgt beter je hart, zeker in the long run. Het hart spreekt ook in raadsels. Enkel je dromen kan je koesteren.

Misschien is het een minder moment, of net een topje van de ijsberg, een vulkaan op uitbarsten. Alles is nog niet verwerkt zoals je het had gedacht. Administratieve inefficiƫntie.

Dus maak je zelf maar iets wijs, wat je zal doen en wie je zal zijn of worden. Als de dag aanbreekt, valt het masker toch. Dan sta je daar, trillend en bevend, een ijskoude pijnscheut in je buik, en het enige wat je nog weet, is dat je die lippen wil kussen. Zonder meer. Als bezegeling van valse beloftes.

Geen opmerkingen: